Tafeltje ontdekje - RUSTELOZE NATUUR
Weekeinde. Ik sta bij het tafeltje in de kruidentuin
WEEK 1 - Kunnen planten zichzelf bewegen?
“Hoe stil zijn ze met elkaar, ze staan zo stil in de onweerslucht, allemaal vreemden voor elkaar (…) vreemden in de stille tuin”
- D.H.Lawrence
Kunnen planten zichzelf bewegen, dus anders dan bewogen worden, bijvoorbeeld door de wind? Ja natuurlijk: ze groeien toch? Maar in de beleving staan ze zo stil…
Laten we eens kijken naar heel snelle groeiers. Voor je, zie je de hegge-duizendknoop die door en langs de stammen omhoog kruipt en zich om de bamboestok wikkelt. En kijk eens naar rechts: achter de boom, boven de wal van stammen, zie je een plant die een meter of vijf omhoog geklommen is langs een stellage van dikke takken. Dat is de hop, beginnend vanaf de grond groeit die plant 15 centimeter per dag. In een dikke maand is hij helemaal boven. Hop!
Maar er is meer beweging dan alleen de snelle lengtegroei: Alle klimmers moeten zich onderweg ook aan iets vast houden. Deze doen dat door zich ergens omheen te wikkelen: Stokken, hekwerk, andere planten, en soms leggen ze zichzelf in de knoop. Ook dat wikkelen is een gerichte beweging.
Net als bij mensen groeien niet alle ‘lichaamsdelen’ even hard. Bij de hegge-duizendknoop (en de meeste andere planten) groeit het stukje net onder de top van de plant het snelst. Dat stuk is buigzamer en zachter dan de lagere, oudere delen van de stengel. Probeer maar eens of je het verschil kunt voelen: er staan genoeg klimmers bij en op de houtwal; ook hop en haagwinde.
Aan dat stukje net onder de top zie je ook dat de plant zich daar van nature kromt. Kijk maar naar de uiteinden van hegge-duizendknoop die in de lucht hangen – die nog niets hebben om vast te pakken. Door een stok in de grond te steken die tegen de holle kant van die kromming aan komt, prikkel je de plant om die kromming te versnellen en te gaan wikkelen. De beweging komt op gang door aanraking – een beetje wind maakt er een massage van en dat helpt.
Ik heb wat stokken klaargezet, als je het wilt proberen, ga je gang. Na 24 uur moet er al resultaat te zien zijn. Wees ook beleefd tegen de andere planten.
WEEK 2 - Prikkel & reactie - is dat alles?
Als je door een wesp in je hand gestoken wordt, vallen ‘au!’ en de snelle beweging van je hand naar je lichaam toe, samen. Het geluid komt uit jouw mond en de beweging van jouw spieren. Het is een puur lichamelijke reactie op een prikkell Iets waar je op dat moment niet voor (of tegen) kunt kiezen.
Het wikkelen van de haagwinde, de hop en de hegge-duizendknoop is ook geen keuze (‘vandaag maar eens niet, nog moe van gisteren…’) maar ook zo’n soort reactie – en daarmee houdt de vergelijking op. Het nadeel van die simpele waarheid kan zijn dat we geen oog meer hebben voor:
- De enorme rijkdom aan verschillende reacties bij verschillende planten op dezelfde soort prikkel, en
- De enorme rijkdom aan gevoeligheden bij planten voor verschillende soorten prikkels.
Een voorbeeld van het eerste is, dat de wingerd, een plant die tegen muren opklimt, niet reageert met wikkelen, want hoe zou dat moeten bij een muur? Ook weer bij aanraking, reageert de plant met het maken van heel kleine sprietjes vlak onder de top, waarmee de plant zich vast gaat maken aan een stenen muur! Kijk maar. Glad geschilderd hout ‘pakt’ zij ook vast, maar glas niet.
Wat het tweede punt betreft, planten kunnen ook gevoelig zijn voor prikkeling door:
Licht
Zwaartekracht
Warmte
Water en vochtigheid
Stromende vloeistof
Chemische stoffen
En zoals we zagen: Aanraking
En dat is nog niet alles: De reactie op eenzelfde prikkel – zeg licht – kan tussen plantensoorten verschillen: naar het licht toe of juist van het licht vandaan. Zo ook: met de zwaartekracht mee, naar beneden, of juist ertegenin, naar boven.
Komende tijd zal ik wat ter tafeltje brengen over zwaartekracht en licht.
WEEK 3 - De poëzie van wingerd
Voor mijn huis groeit een wingerdplant tegen de stenen muur van een schuurtje. Ik heb er deze zomer eens goed – regelmatig, langdurig en nauwkeurig – naar gekeken. Zij klimt als zij groeit en zij groeit zolang zij kan klimmen. Daarbij groei-klimt zij niet alleen in een min of meer rechte lijn naar boven, nee, ze doet dat ook diagonaal en zelfs horizontaal! Ik denk: ze wil die hele muur bedekken. Maar wacht, kan een plant wel iets ‘willen’? Misschien beter: ze is ‘aangelegd’ op vlakken vullen? Ze is aangepast aan houten of stenen muren of schuttingen, daar zie ik haar in haar element, daar floreert zij. (Waarschijnlijk eerder al – ver voor de eerste muren – was die aanpassing haar toegevallen bij verticale vlakken van rotsen of bomen?) Over hoe die ideale match tot stand is gekomen, wordt verschillend gedacht, maar wat zou ik graag toeschouwer geweest zijn bij het allereerste contact tussen de eerste verticale vlakken en de verre voorouder van de wingerdplant! Rusteloos op weg naar dit gelukte samen zijn.
Ook de dichters kennen dergelijke overpeinzingen. Zie dit zomerse voorbeeld van K.L. Poll:
In geen geval klimt wingerd boven muren uit.
Dat laat de lucht niet toe.
Ik kan dat begrijpen,
en toch, wanneer ik wingerd was,
zou ik, wanneer de lucht niet keek,
mij langs wat zelfgesponnen ijzerdraad
verheffen, tot grote hoogte.
En als er dan als wraak een storm opstak,
een najaarsstorm van allure?
Ach, zou ik zeggen, wanneer ik wingerd was,
dat zien wij dan wel weer.
Wij zijn tenslotte familie van elkaar.
- K.L.Poll, De wil van de natuur – gedichten, p.62, Veen Uitgevers, 1990
En als jullie je af vragen 'wie is toch het gezicht achter tafeltje ontdekje'? Hieronder zie je hem aan het werk.